Duurzame energie in opmars

Vrijdag 29 november werd de energiemonitor Nederland gepresenteerd op het congres Hier Opgewekt in Bussum. 
Voor Wapserveen is vooral onderstaande alinea van belang:

Houd de baten binnen de regio
De wind- en zonneparken leveren baten op voor de lokale omgeving.
Mensen die vaak al met kleine bedragen kunnen participeren, krijgen rendement op hun inleg. Daarnaast komen geldstromen vrij voor de bredere gemeenschap in de vorm van omgevingsfondsen. Ook als een coöperatie zelf ontwikkelt en eigenaar is van een wind- en zonnepark, is een deel van de opbrengsten bestemd voor een fonds. Dit roept vervolgens vragen op over de besteding van deze omgevingsgelden. Wie heeft zeggenschap over deze geldstromen? Wie vertegenwoordigt de bredere gemeenschap?

Hieronder volgt een samenvatting van het cijfermateriaal.
Naast de vele goede presentaties met een enorme informatie-overload, was er ook een leuke presentatie van De Speld- Live.

 De Speld

Samenvatting Lokale Energie Monitor 2019

De beweging van lokaal duurzame energie-initiatieven  in Nederland ontwikkelt zich, groeit elk jaar en wordt steeds professioneler. We monitoren al vijf jaar lang de lokale energie initiatieven in Nederland. Lees hieronder de samenvatting van de monitor van 2019 of download het gehele rapport.

De ambities zijn hoog: het streven is dat 50% van alle nieuwe wind- en zonneparken in eigendom van de lokale omgeving komt. Dit hebben de partijen in het Klimaatakkoord met elkaar afgesproken. Deze Lokale Energie Monitor 2019 laat zien hoe dit streven naar lokaal eigendom in de praktijk vorm krijgt.

Energie van de lokale gemeenschap

De beweging van participerende burgers in de energietransitie is springlevend. Ook dit jaar zien we weer een groei van het aantal energiecoöperaties. Nederland telt eind 2019 in totaal 582 energiecoöperaties, een toename van bijna 100 nieuwe coöperaties sinds de vorige peiling van 2018.  

Je vindt de coöperaties in alle provincies, regio’s en vrijwel alle gemeenten (80%). We schatten het aantal leden en deelnemers aan lokale energieprojecten op ongeveer 85.000. 

Windenergie op land

Op dit moment is bijna 6% van het windvermogen op land in handen van burgercoöperaties (193 MW). Dit gaat om echt eigendom, in de zin van economisch en juridisch eigenaarschap of aandeelhouderschap van een coöperatie.

Omdat de leden van een coöperatie vrijwel altijd in de omgeving wonen is er ook sprake van lokaal eigenaarschap. In de praktijk zien we allerlei samenwerkingsvormen voorkomen. Vaak werken coöperaties samen met commerciële partners; in totaal is 11% van het totale Nederlandse windvermogen gerealiseerd in windparken met gedeeld eigendom. De gemiddelde eigendomsverdeling in deze windparken is ongeveer 50%.

Dit jaar is 35 MW nieuwe wind in productie genomen, in vijf windparken: Windpark Krammer in Zeeland, Windpark Avri in Gelderland, Windpark De Spinder in Noord-Brabant, Windpark Frisia in Noord-Holland en Het Vliegende Hert van de Windcentrale in Overijssel.

Zonne-energie op daken en op land

Individuele burgers zijn belangrijke aanjagers van de zonne-energierevolutie van de afgelopen jaren; ongeveer de helft van alle zonnepanelen ligt op woningen. Coöperaties droegen daaraan bij met collectieve inkoopacties. Op dit moment is 2% van het totale zonne-energievermogen gerealiseerd in collectief verband (119 MWp). Burgers investeerden via een coöperatie of crowdfundingplatform in zonne-energie.

In totaal tellen we 649 collectieve zonprojecten, waarvan de meeste (94%) op daken. Hiervan zijn er 195 in 2019 in productie genomen (43 MWp): 183 zonnedaken en 12 zonneparken. Met wat er nog in de pijplijn zit, verwachten we dat in 2020/2021 de grens van 1000 projecten wordt geslecht.

De meeste projecten maken gebruik van de postcoderoosregeling (60% van 649 projecten), het meeste zonvermogen is daarentegen gerealiseerd met de subsidieregeling SDE+ (58% van 119 MWp). 

Houd de baten binnen de regio

De wind- en zonneparken leveren baten op voor de lokale omgeving. Mensen die vaak al met kleine bedragen kunnen participeren, krijgen rendement op hun inleg. Daarnaast komen geldstromen vrij voor de bredere gemeenschap in de vorm van omgevingsfondsen. Ook als een coöperatie zelf ontwikkelt en eigenaar is van een wind- en zonnepark, is een deel van de opbrengsten bestemd voor een fonds. Dit roept vervolgens vragen op over de besteding van deze omgevingsgelden. Wie heeft zeggenschap over deze geldstromen? Wie vertegenwoordigt de bredere gemeenschap?

In de praktijk zien we verschillende modellen ontstaan: lokale stichtingen, omgevingsraden, dorps- en bewonersverenigingen, gemeente- of provinciefondsen en soms een nieuwe lokale coöperatie die zich richt op besteding van deze fondsen.

Lokale warmte

Het aantal warmte-initiatieven neemt snel toen. We tellen er 37 in 2019. Het gaat vrijwel altijd om haalbaarheidsonderzoeken. Bewoners buigen zich samen met partners over de vraag hoe ze van het aardgas afkomen. Ze tonen zich meesters in het opsporen van nieuwe lokale warmtebronnen. Uit oppervlaktewater of riool- en afvalwater, uit houtafval van de gemeente, warmte uit de bodem, uit grondwater en zelfs uit oude boorputten van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). In Groningen onderzoeken ze of de windmolens van de Shell op zee groene stroom kunnen leveren voor de warmtepompen in de wijk.

Op dit moment is nog maar één lokaal warmtenet in coöperatieve handen: Thermo Bello in Culemborg. Het ziet ernaar uit dat het Traais Energie Collectief uit Terheijden volgt: de eerste leidingen zijn dit jaar de grond in gegaan. Een voorbeeld van een succesvolle samenwerking met de gemeente en een van de Proeftuinen voor Aardgasvrije wijken.